Pronk-Snijbonen

Pronkbonen kun je jong eten als sperzie– of snijboon. Oogst ze voor deze toepassing als ze 10 –15 cm lang zijn. Laat je ze doorgroeien dan kunnen ze een lengte van 30 cm bereiken! De peulen zijn dan te vezelig om te eten, maar de gedopte bonen zijn wel smakelijk. De pronkboon heeft een meer uitgesproken smaak dan de snijboon. Zowel de snijboon als de pronkboon worden bijna altijd tegen staken geteeld.
Zaaien van pronk-snijbonen
Pronk en snijbonen kiemen bij een temperatuur van ongeveer 12 graden. Een oude teeltregel is dat bonen de meimaand niet zien mogen zien. Afhankelijk van de weersomstandigheden zaaien vanaf half mei tot juni. Zaai je in de volle grond dan moet je het zaaibed afdekken voor vogels.Pronk en snijbonen zaai je tegen steunmateriaal (de stokken staan ongeveer op 60 cm afstand of gebruik netten) met daar rond 4-5 zaden of 3-4 planten. Heb je de afstand tussen de stokken op 30 cm dan zaai je slecht 1-2 zaden per stok. Pronk en snijbonen kunnen ook voorgezaaid worden in potjes om later uit te planten. Het is ook mogelijk om de bonen eerst voor te kiemen op vochtig keukenpapier en daarna voorzichtig te verplanten naar potjes om later in de volle grond uit te planten.
Bonen zijn gevoelig voor koud, nat en droog weer. Een te natte grond is af te raden. Optimaal is een zonnige en warme standplaats, die beschermt is tegen harde wind. De zaailingen kunnen niet tegen temperaturen onder de 10 graden.
