Aardperen
Aardperen (Helianthus tuberosus) zijn verre familie van de zonnebloem. Dat is nog goed te zien aan de hoogte en bloeiwijze. Kijken we naar de vorming van knollen dan lijkt de aardpeer weer op aardappelen. Aardpeer kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. Aardperen horen tot de vaste groenten omdat ze opnieuw uitgroeien als er ook maar 1 kleine knol achterblijft. Eenmaal geplant raak je ze niet zomaar kwijt.
Planten van aardpeer
Van aardperen plant men de knollen. Plant de knollen in maart april op 10-15 cm diepte met de beste knop naar boven en op 45 cm tussen de knollen en eventueel 60-70 cm tussen de rijen Bedek voorzichtig met grond. Knollen zo groot als een ei worden in zijn geheel geplant, grotere knollen snijdt je eerst in stukken naar de grote van een ei maar zorg dat ze enkele knoppen hebben.Aardperen kunnen in bijna alle gronden geteeld worden, zijn winterhard en doen het erg goed in het Nederlandse klimaat. Ze zijn bovendien handig als windscherm om andere planten te beschermen. Een zure grond is echter niet aan te raden alsook een natte bodem.
Tip: Plant een ras met gladde knollen, dit vergemakkelijk het schillen.